Accede!
Ideeën en bemoedigingen voor gewonde helpers verbonden met een heelmakende God

Het kruis van Christus:

enkele pastoraal belangrijke observaties
André H. Roosma
bijgewerkt: 2015-04-05

Dat Christus Jezus stierf aan een kruis is één van de krachtigste symbolen uit de wereldgeschiedenis (zoniet hét krachtigste).
Het Kruis
Zelfs in een verregaand geseculariseerde samenleving worden we dagelijks herinnerd aan dat kruis. Als christenen weten we dat het kruis de plaats is waar Christus de straf voor onze zonden droeg, zodat God ons vergeving aan kon bieden en tegelijkertijd rechtvaardig kon blijven. Waar we vaak al minder bij stilstaan is dat Jezus ons via Zijn kruisdood en opstanding Gods onnoemelijk grote liefde laat zien en ons verzoening en leven met hem aanbiedt. Jezus’ komst naar ons toe in afhankelijkheid als baby, en Zijn vrijwillige lijden aan het kruis, is de tederste en tegelijk sterkst mogelijke oproep aan ons, om ons wantrouwen jegens God radicaal op te geven.
Maar wat betekent dat kruis nog meer voor ons dan zo even snel geformuleerd kan worden, en wel in het bijzonder voor mensen die pastorale hulp zoeken en voor degenen die hen willen helpen? Is het zó, dat het kruis aan allerlei soorten ‘daders’ een alibi geeft om verder te gaan met hun verwoestende werk, en dat hun slachtof­fers hen dit maar moeten vergeven “omdat God ons immers ook vergeeft”?

Het Kruis van Christus:
symbool en startpunt van Gods genade
In de allereerste plaats representeert het kruis van Christus bij uitstek Gods genade. Via het kruis zorgde Hij voor een uitweg voor ons uit onze benarde positie. Sinds de zondeval van Adam en Eva was er niet één mens die God echt zocht met zijn hele hart, niet één die rechtvaardig was in al zijn denken en doen. Niet één van ons beantwoordde volledig aan Gods doel. De Bijbel karakteriseert onze houding tegenover God met begrippen als wantrouwen en vijandschap. En in die Hem vijandige situatie maakte Hij Zich kwetsbaar, in die situatie waar wij zo weinig gaven, gaf Jezus Zijn leven voor ons...
Als ik hierover nadenk, word ik stil. Stil van ontzag om zóveel liefde en genade...
Dan kan ik alleen nog maar reageren met woorden als: „O, God, Jezus, dank U, dat U gekomen bent toen wij nog niet naar U vroegen, dat U, lieve Vader in de Hemel, Uw Zoon gegeven hebt toen wij nog vergiftigd waren door wantrouwen jegens U.”
Tegen díé achtergrond kan ik iets met die gelijkenis uit Mattheus 18:21-35. God vindt het niet leuk, zacht uitgedrukt, als we van Hem zoveel genade ontvangen en dan geen genade willen bewijzen aan iemand die ons iets schuldig is en die schuld zelfs erkent en wil terugbetalen. God verlangt ernaar dat Zijn kinderen op Hem lijken en ook genadig zijn.
Dezelfde gelijkenis maakt echter ook duidelijk dat God niet met Zich laat spotten; en ook dáárin mogen we op Hem lijken! Hij vraagt van ‘vergeven daders’ een passende reactie op Zijn genade-aanbod: een veranderde levens­instelling...
Als het ware ‘aan de voet van het kruis van Christus’ ontving ik in de jaren 2001-2003 een tiental inzichten met betrekking tot dit grote thema, die ik bijzonder relevant acht in het pastoraat. Deze lijst is niet uitput­tend - verre van dat. Ik heb niet gepoogd volledig te zijn. Ik geef slechts de dingen weer waar ik in het bij­zonder bij bepaald ben. Ik vraag u, ze biddend voor uzelf te overdenken en pas daarna de implicaties voor het pastoraat te bekijken. Hier komen ze:

 1.  Gods kwaadheid over de zonde 
Het kruis van Christus illustreert Gods kwaadheid over de zonde en Zijn wens om de zonde te vergelden en gerechtigheid te laten gelden en ons zó in genade aan te kunnen nemen.
Dit is een belangrijk punt. God wilde in Zijn volmaakte Liefde ons weer met Hemzelf verenigen, maar onze zonde eiste een vergelding, een straf. Anders gezegd: God – in Zijn rechtvaardigheid – is boos over ongerechtigheid en alle separatisme en wantrouwen die we tegenover Hem koesteren. In Nagy’s termen: Hij was gerechtigd om genoegdoening te eisen of anders ons te straffen. En Hij zorgde dat Hij de straf op die zonde voltrok. In de taal van Jesaja: “Maar om onze overtredingen werd Hij doorboord, om onze ongerechtigheden verbrijzeld; de straf die ons de vrede aanbrengt, was op Hem, en door Zijn striemen is ons genezing geworden.” (Jesaja 53:5). God is niet een zoetsappig soort ‘lieve sinterklaas’ figuur. Hij stelt paal en perk aan de zonde – als het moet met harde hand. Het recht moet z’n beloop hebben. Dat geldt nog steeds - ook in deze ‘genadetijd’. Of zijn we als Gemeente vergeten wat er met Ananias en Safira gebeurde?
Als we verwond zijn kunnen we soms ook lijden onder de ongerechtigheid van anderen en van onszelf. Dat kan ons ook boos maken. Te vaak is uit onkunde onderwezen dat we ook dan niet boos mogen zijn. Maar zonder boosheid kun je geen gezonde grenzen stellen aan ongerechtigheid en zonde. Boosheid is nodig voor een rein leven. We zien dit niet alleen bij God zelf, maar ook bij godvrezende koningen en andere leiders in het Oude Testament: ze zijn kwaad over de zonde en ongerechtigheid, en gebruiken die energie om bijvoorbeeld afgodsbeelden van hun vaderen omver te halen, de tempel weer te reinigen, et cetera.
Evenzo mogen wij ons dus met God verenigen in boosheid over ongerechtigheid en zonde. Ook als een confident die boos wordt over aangedaan – en soms lang verzwegen – onrecht zie ik dat in het algemeen als een gezonde ontwikkeling. Boosheid is nodig voor het stellen van gezonde grenzen. Ik wil ook dat m’n witte bloedlichaampjes vijandige bacillen aanvallen en vernietigen, zodat ik gezond blijf. Net zo mogen we boos worden als iemand ons emotioneel of geestelijk kapot dreigt te maken door misbruik of vernedering.

 2.  Vergeving is niet goedkoop 
Het kruis van Christus is het bewijs dat vergeving niet goedkoop is. De straf op de zonde is de dood. De daad van vergeving kostte God de Vader het leven van Zijn Zoon, het kostte Jezus een afgrijselijke vernedering en bespotting, een gigantisch lijden en uiteindelijk de intimiteit met God de Vader en Zijn leven. Jezus hing daar in de grootste eenzaamheid en verlatenheid! Hij hing daar in de grootst mogelijke pijn!
de straf gaat naar Jezus op het kruis Jezus nam als ‘bliksemafleider’ de straf op onze zonde op Zich
En dat was nodig. De straf moest gedragen worden. Nee, vergeving kwam voor ons niet goedkoop!
Hoezeer Hij ook ons dus in genade aanziet en door Zijn genade in ons hart werkt om het jegens Hem te verzachten, God vraagt ook dat we ons bekeren, alvorens ons onze schulden volledig kwijt te schelden door ze op Jezus aan het kruis als vergolden te rekenen. Evenzo vraagt Hij niet van ons dat we anderen hun schulden kwijtschelden als zij volharden in hun zonden jegens ons.
Te vaak is ‘iedereen vergeven’ te lichtvaardig gepredikt als panacee voor mensen die lijden onder de zonden die anderen tegen hen hebben begaan1. Te vaak zijn mensen daardoor slachtoffer van afschuwelijk misbruik gebleven.
Dit punt wordt krachtig geïllustreerd in een interview met David Augsburger over dit onderwerp, waarvan hier ook een Nederlandse vertaling te vinden is. Ik raad u sterk aan dit interview ook te lezen en biddend op u te laten inwerken2.
Voor mensen die erg geleden hebben onder misbruik en/of onderdrukking of verwaarlozing, vind ik dit een bemoedigende gedachte. Ook zij ervaren dikwijls dat vergeving niet goedkoop is. Het feit dat God ’t hierover met hen eens is, en dat hun gevoel de werkelijkheid goed weerspiegelt, kan dan op zich al zo’n steun zijn!
Maar hoe zit ’t dan met vergeven? Moeten we – wijzelf en onze confidenten – dan maar met wrok en bitterheid in ons hart blijven zitten als mensen die ons of hen vreselijke dingen hebben aangedaan zich daarvan niet willen bekeren? Hierover gaat het volgende punt:

 3.  Boosheid is bedoeld om tot actie te komen 
Het kruis van Christus laat overduidelijk zien dat God niet met Zijn boosheid wilde blijven zitten. Hij had ook kunnen zeggen: „Ik keer me van die mensen af, ze bekijken het verder maar!” Nee, dat deed Hij niet. Hij verhardde Zijn hart niet jegens ons. Liever koos Hij ervoor Zijn eigen hart pijn te doen door Zijn Zoon toe te staan de straf voor de zonde te dragen, dan ons in Zijn boosheid definitief de rug toe te keren of te vernietigen.
Dit leert me dat God boosheid gegeven heeft om tot actie te komen; iets aan het probleem te doen, en dus niet om het ons hart bitter te laten maken en zich te laten afsluiten. We mogen opkomen tegen ongerechtigheid en zonde. We mogen een dader met zijn of haar onrecht con­fronteren, en zonde zonde noemen in plaats van het te verdoezelen3.
Maar wat als er niets meer aan te doen is? Bijvoorbeeld: als degene die ons kwaad berokkend heeft, dat niet wil erkennen? Of als hij of zij al overleden is? Als er door onszelf niets aan de situatie te doen is, mogen we het aan God overgeven om er uiteindelijk mee af te rekenen. „Mij komt de wraak toe” heeft Hij gezegd (Romeinen 12:19; Deuteronomium 32:35; Hebreeën 10:30). We mogen ons dan met Hem verenigen juist door de zaak los te laten. Het kruis helpt ons dat te doen. We weten immers dat Hij in Zijn rechtvaardigheid de zonde niet ongestraft laat. Waar mensen ons beschadigd hebben, mogen we weten dat God hen daar ter verantwoording over zal roepen. En zij zullen ervoor boeten, tenzij ze God alsnog in Christus om genade vragen en hun straf zó op Christus wordt afgewenteld. Maar de straf wordt (of is al) voltrokken. Er zal gerechtigheid zijn. Daar hoeven u en ik – of die confident die als kind misbruikt was – niet meer bovenop te zitten.
Dit is een moeilijk punt, maar ook erg belangrijk. Zoals gezegd, het kruis is hierin belangrijk. Door het kruis weet ik dat God zonde niet ongestraft laat. Hij ziet ’t niet door de vingers, Hij schuift het niet onder het vloerkleed. Geen zand erover. Alleen daarom kan ik veilig de straf of wraak aan Hem overlaten.
Een kleine kanttekening hierbij: als we de wraak of vergelding aan God overlaten, betekent dat niet dat we de deur voor de dader tegelijkertijd open kunnen laten staan. Dan zouden we immers medeplichtig kunnen worden. Voor verzoening en een nieuw begin sámen, is het nodig dat vergeving geschonken én (door de dader) aangenomen wordt, en dat hij of zij dus de zonde erkent. En dan nóg, is het in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van de dader om het vertrouwen van degene die benadeeld was weer te winnen.
En dan is er nog iets. Het feit dat we aan deze ene concrete situatie niets (meer) kunnen doen, wil niet zeggen dat we überhaupt niets kunnen doen. Ik heb veel mensen gezien die geleden hadden onder onrecht en mishandeling, en die zich krachtig inzetten tegen dit soort onrecht op grotere schaal. De reactieve energie van hun boosheid werd omgebogen om te voorkomen dat anderen in soortgelijke situaties bleven lijden. Psychologen zouden nu kunnen waarschuwen voor projectie hierin: eenvoudig kan iemand in zo’n situatie zijn of haar eigen emoties en beleving op anderen projecteren in plaats van die ander te be-luisteren. Deze waarschuwing is terecht. Vanuit pijn anderen helpen werkt hierom vaak niet. Maar vanuit pijn die door God aangeraakt is, vanuit een ervaren hebben van Gods troost, die troost doorgeven aan anderen, werkt wél. Dan gebruiken we ons eigen verwond-zijn in dienst van God en de ander. God kan zó soms zelfs dat verwond-zijn herkaderen in gevoelig zijn voor bepaalde noden van anderen.

 4.  ‘God begon’;  Hij zocht verzoening 
In ruzies tussen kinderen of landen wordt door de partijen nogal eens gezegd: „maar hij begon!” In het conflict tussen de mens en God was de mens degene die ‘begon’. Maar in de liefde, in de oplossing van het conflict en het herstel van relaties, is het God, Die begon.
Het kruis van Christus illustreert hoezeer God ons liefheeft en hoezeer Hij ervoor kiest, de gebroken relatie met ons te herstellen. Hij wachtte niet op herstel van onze kant, maar voorzag in een uitweg van Zijn kant. De apostel Paulus verwoordt het als volgt: „Want niet licht zal iemand voor een rechtvaardige sterven; maar misschien heeft iemand nog de moed voor een goede te sterven. God echter bewijst zijn liefde jegens ons, doordat Christus, toen wij nog zondaren waren, voor ons gestorven is. Veel meer zullen wij derhalve, thans door zijn bloed gerechtvaardigd, door Hem behouden worden van de toorn. Want als wij, toen wij vijanden waren, met God verzoend zijn door de dood zijns Zoons, zullen wij veel meer, nu wij verzoend zijn, behouden worden, doordat Hij leeft; en dat niet alleen, maar wij roemen zelfs in God door onze Here Jezus Christus, door wie wij nu de verzoening ontvangen hebben.” (Romeinen 5:7-11).
God heeft al verzoening bewerkt (voorbereid) terwijl wij Hem nog vijandig gezind waren. Dit getuigt van een Liefde die zoveel meer is dan onze menselijke liefde4. Iemand schrijft hierover: „Het kruis demonstreert een liefde waar alle vijandschap op stuk loopt!”5 Door Zijn liefde en genade kunnen we deel verkrijgen aan de oplossing waarin Hij heeft voorzien. Daarmee – met Zich zo kwetsbaar aan ons uit te leveren – laat God Zijn onnoemelijk grote liefde zien. Het doel is, dat wij weer gaan verlangen naar Hem! Daarom staat er dat Hij ons met Zichzelf verzoenende was. Hij vraagt alleen dat wij onze nood en de genoegzaamheid van Zijn oplossing erkennen. Maar dan neemt het feit dat Christus aan het kruis de straf op de zonde gedragen heeft, ook werkelijk alle veroordeling van ons af. „Zo is er nu geen veroordeling meer voor hen die in Christus Jezus zijn”, zegt Paulus in Romeinen 8:1. Wát een heerlijke zekerheid van Gods genade en van Zijn liefde voor ons!
Ons aandeel hierin – alleen erkenning van waar we staan en acceptatie van Gods oplossing – herinnert me aan een ander aspect: onze onmacht. Ik kom hierop terug in het volgende punt.
Gods onbaatzuchtige aanbod van genade – zelfs tegenover onze vijandigheid – mag ons inspireren om Hem diezelfde liefde ook in ons te laten uitwerken. Als God Zijn ‘gerechtigd zijn’6 niet gebruikte om ons te straffen en te vernietigen, maar ons een kans geeft via Jezus weer in relatie met Hem te komen, mogen we vanuit die rijkdom leren leven. Dan helpt Jezus ons om ons ‘gerechtigd zijn’ ook niet uit te leven6. Van daaruit – Jezus werkend in ons hart – mogen en kunnen we ertoe komen om te ‘zegenen wie ons vervloeken’ (Lukas 6:28; vgl. Romeinen 12:14; 1 Petr.3:9; Jacobus 3:9-10). We kunnen daarbij de eerder behandelde boosheid vooral richten op de machten van duisternis achter de daders. Deze duisternis, zegt Jezus, kunnen we overwinnen door ons te richten op, en te leven vanuit het licht. De zegenende houding past daar goed in. ‘Zegenen doet het licht aan’ zou je kunnen zeggen.

 5.  Teken van onze onmacht 
Het kruis van Christus bepaalt ons bij onze onmacht om zelf wat aan onze situatie tegenover God te doen. Daarom is het kruis van Christus velen tot aanstoot. De meeste godsdiensten komen erop neer dat wijzelf door onze inspanningen de godheid of een eeuwige gelukzaligheid kunnen bereiken. Het kruis van Christus toont aan dat de scheiding tussen ons en God door onze zonde (gebaseerd op wantrouwen jegens God) zó groot was dat er in Gods oog geen andere oplossing was dan dat Christus stierf aan dat vreselijke hout. Niet wijzelf maar Gods onuitputtelijke genade in Christus is de grond waar we op staan. Hij is het Die ons met Zijn Liefde overeind houdt – zelfs door de diepste dalen heen. En in Hem hebben we vrijmoedigheid om in te gaan in het heiligdom; de plaats te betreden waar God woont en met Hem ons leven te delen7.
Deze onmacht is zowel moeilijk als troostend. Moeilijk in de zin dat ’t vraagt dat we ons niet wenden tot zelfbescherming (onze natuurlijke eerste reactie na het ervaren van onrecht) maar in de eerste plaats tot God. Maar die onmacht is ook troostend, als we kijken naar onszelf: wat zou ervan terecht komen als ’t allemaal van ons afhing? Nee, dan is het beter af in de handen van een God Die Liefde is.

 6.   Jezus kwam naast (of zelfs ónder) ons in onze diepste schande en schaamte en pijn 
Het kruis was een symbool van schande en schaamte8. Het werd en wordt nog steeds beschouwd als de ultieme straf en vernedering – alleen toepasbaar voor de ergste criminelen. Men hing daar naakt als een bespotting, terwijl in de laatste ogenblikken ook nog alle lichaamsvochten niet langer ingehouden konden worden, zodat de gekruisigde ook in dat opzicht alle waardigheid verloor.
De Bijbel zegt dat Christus zo ook al onze schande en schaamte gedragen heeft. Als geen ander weet Hij wat het is om vernederd, bespot en verlaten te worden. Hij is de ultieme ‘ervaringsdeskundige’, zouden we in modern psychologisch jargon kunnen zeggen. Op die manier is het kruis de plek waar Jezus kon meevoelen met onze ergste pijn. „Hoe diep ons dal ook is, Hij is altijd dieper en kan ons dus zo ook weer mee omhoog nemen” hoorde ik eens iemand treffend zeggen. Bij Hem vinden we ’t begrip en de empathie waar we zo naar verlangen. Want de diepe pijn heeft Hem niet verbitterd, maar integendeel, Hem zacht gemaakt om mee te voelen met anderen in pijn. Hij kon dat vanuit Zijn overgave aan God de Vader, die alles in Zijn hand heeft.

 7.   Jezus nam onze ziekte en gebrokenheid op Zich 
Gerelateerd aan het vorige punt is het feit dat Jezus Christus op het kruis en rond dat hele gebeuren ook onze ziekten en gebrokenheid op Zich genomen heeft (Jesaja 53:4). Evenals de andere punten in deze lijst gaat de volle breedte hiervan mijn petje ver te boven. Eén ding is zeker: Wij staan in ziekte en gebrokenheid niet alleen. Hij is er!
In de seculiere hulpverlening is, voor iemand die getraumatiseerd is, vaak de enige weg tot herstel: het zelf verwerken van de pijn. Een ander die daarin naast je staat is fijn, maar mensen zijn maar beperkt beschikbaar en kunnen maar beperkt zich in jouw situaties inleven. Wat Jezus kan doen gaat zoveel verder! Hij is er altijd én Hij kan herstel geven in gebrokenheid. Dat sluit andere mensen niet uit. Vaak werkt God door mensen heen - Hij ‘leent’ als het ware even hun lichamelijke mogelijkheden om Zijn liefde en herstel door te geven. Maar Hij is de Bron!
Zie ook de laatste alinea bij punt 3.

 8.   Delen in de kruisiging en verheerlijking van Christus 
„Met Christus ben ik gekruisigd, en toch leef ik, dat is, niet meer mijn ik, maar Christus leeft in mij. En voor zover ik nu nog in het vlees leef, leef ik door het geloof in de Zoon van God, die mij heeft liefgehad en Zich voor mij heeft overgegeven” (Galaten 2:20). Het kruis bepaalt ons hele leven. Door Jezus overwinning aan het kruis is de zonde zijn macht ontnomen. We staan niet meer totaal machteloos, maar Jezus werkt in ons. Hij helpt ons en doet ons groeien naar Zijn beeld.
Dit is een punt met vérstrekkende gevolgen. Enerzijds kan het beangstigend zijn: niet ikzelf heb de controle als ’t erop aankomt, maar ik moet/mag alles overgeven aan God. God vraagt overgave, en dat is niet altijd gemakkelijk. Anderzijds: ik sta er dus ook nooit meer alleen en verlaten voor!
Daarbij: zelfs temidden van schijnbaar uitzichtloos lijden in deze wereld is er nog hoop. Dat is het mooie van het Evangelie van Christus Jezus: juist door het diepste dal heen vinden we het leven, zoals Jezus dat bewerkte door Golgotha heen! De grootste narigheid, ja zelfs de dood is dan geen obstakel meer... Dat kan mij soms diep aangrijpen... Paulus zegt hierover: „niets kan ons scheiden van de Liefde van Christus!” (Romeinen 8:31-39) Even daarvoor zegt hij: „Zijn wij nu kinderen, dan zijn wij ook erfgenamen: erfgenamen van God, en mede-erfgenamen van Christus; immers, indien wij delen in zijn lijden, is dat om ook te delen in zijn verheerlijking.” (Romeinen 8:17). Dat is een heerlijk vooruitzicht.

 9.   Jezus als Iemand om naar op te zien 
In Zijn kruisiging liet Jezus ons een geweldig beeld na van volharding en doelgerichtheid. We mogen opzien naar Jezus, Hem eren en ons aan Hem optrekken; ons door Hem laten inspireren. Hebreeën 12:1-29 geeft aan dat het naar Hem opzien ons helpt om te volharden temidden van moeilijke omstandigheden. Hij liet alles - ja zelfs Zijn gang naar het kruis - bepalen door de heerlijke toekomst die zou volgen. En bijv. Filippenzen 2 laat op een soortgelijke manier zien hoe Jezus leven en sterven ons kan helpen ons leven aan God toe te wijden.

Dan het laatste punt van dit lijstje:

 10.   Het kruis als aanzet tot de geboorte van nieuw leven - met kosmisch perspectief 
Door Jezus’ kruisdood en Zijn opstanding ontvangen we nieuw leven in en vanuit Hem. Paulus daarover: „Want, indien door de overtreding van de ene (nl. Adam) de dood als koning is gaan heersen door die ene, veel meer zullen zij, die de overvloed van genade en van de gave der gerechtigheid ontvangen, leven en als koningen heersen door de Ene, Jezus Christus” (Romeinen 5:17).
Door op te staan uit de dood, liet Jezus zien dat wat Hem betreft de God-vijandigheid die de essentie is van de zonde, niet het laatste woord heeft. God was al bezig, ons met Hem te verzoenen toen we nog zijn vijanden waren, zagen we hierboven al. En als wij onze toevlucht zoeken bij Jezus’ kruisdood en opstanding, krijgen wij ook deel aan Zijn vriendschap met God die zo kenmerkend is voor het Leven zoals God het bedoeld heeft.
Of, vanuit een groter perspectief bekeken: Jezus komst en Zijn dood aan het kruis maakten het mogelijk dat een gemeenschap ontstond van mensen die via Christus’ kruisdood nieuw leven gevonden hebben. Zij hebben voor de relatie met God gekozen en zijn door hem gereinigd: de Gemeente. Deze universele Gemeente groeit uit tot de stralende Bruid van Christus, Zich door Hemzelf verworven door Zijn Liefde. Is dit niet het thema en doel van de hele wereldgeschiedenis?
[Cover of: The Divine Romance]
Is niet deze ‘liefdesrelatie’ het grote thema waar het bij God om gaat?
In zijn boek The Divine Romance9 (De Goddelijke romance), legt Gene Edwards een link tussen Adam – die door God in zijn zijde geopereerd werd toen God uit diens rib Eva creëerde – en Christus Jezus – in Wiens zijde een Romeins soldaat een speer stak toen Jezus Zijn leven gaf om Zijn Bruid vrij te kopen. Via Adam schiep God Eva, als een gelijkenis met hoe Hij via Jezus Zich een Bruid tot leven riep. Het is opvallend dat al in Genesis 3 gesproken wordt over het zaad van de vrouw, dat door de satan zou lijden maar dat op zijn beurt de satan uit zou roeien, waarvan Jezus duidelijk de vervulling was en is.

      Naschrift      
Terwijl ik zo bezig was met deze punten op te schrijven, kwam ik opnieuw onder de indruk van wat Jezus daar op dat hout voor ons volbracht heeft!
Wat een inzet! Wat een goddelijke Liefde!...
En ik moet dan denken aan dat lied van Julie Miller: “How Could You Say No to This Man?”10. Zij zingt daar o.a. (vrij vertaald):
Als Christus Zelf hier nu voor je zou staan,
met Zijn gezicht vol heerlijkheid en Zijn ogen vol tranen,
en Hij zou Zijn armen naar je uitstrekken, en Zijn handen waar de spijkers doorheen zijn gegaan,
kun je dan nog ‘nee’ zeggen?
Hoe kun je in Zijn betraande ogen kijken, wetend dat jij het bent aan wie Hij denkt -
Kun je Hem dan vertellen dat je er niet klaar voor bent om Hem je leven te geven?
Kun je zeggen dat je denkt dat je Zijn liefde niet nodig hebt?
Ik prijs U, almachtige Vader, voor wat U ons in Christus gegeven hebt!
Ik prijs U, Jezus, voor de weg die U in liefde gegaan bent, hoeveel ’t U ook kostte,
      en wat U daarmee voor ons voor eeuwig bewerkt hebt!
Woorden schieten te kort!
Uw kind te mogen zijn, in genade aangenomen, wat een heerlijkheid!

Leer mij, om vanuit díé rijkdom van genade ook uit te reiken naar anderen!


Voetnoten:

1 Een – hoewel vast goed bedoeld – toch schrijnend voor­beeld hiervan kwam ik kort voor ik dit schreef helaas weer tegen in het boekje Het belang van vergeving, van John & Carol Arnott (uitgave: Bread of Life, Vlissingen, 2000). In een poging het belang van vergeving duidelijk te maken (wat op zich positief is) komen andere (even ‘positieve’) waarheden in de knel. De erkenning van de legitimiteit van de boosheid over onrecht blijft uit, hoewel juist deze nodig is om verder te kunnen gaan in een vergevingsproces vanuit het hart.
Eerder heb ik zelfs wel meegemaakt dat predikers mensen die door seksueel of ander misbruik ernstig getraumatiseerd waren verantwoordelijk maakten voor de deplorabele toestand van hun leven, door te zeggen dat dit niet het gevolg was van het misbruikt zijn maar van hun eigen besluit om de daders niet te vergeven. Dit wordt dan soms gebaseerd op een verdraaiing en verkeerde interpretatie van Mattheus 18:21-35 (waar schuld belijden, vergeving vragen en een veranderd leven wel degelijk als voorwaarden voor definitieve kwijtschelding van schuld worden gesteld).
Snelle, oppervlakkige vergeving kan in dit soort situaties leiden tot verdergaande dissociatie waarbij de pijn en het lijden worden onderdrukt, maar op de bodem van het bestaan blijven smeulen. Dit leidt vaak tot het doorgeven van de pijn en/of herhaling van de traumatisatie.
In evenwichtig onderwijs staan de gezonde relaties met God en anderen centraal en wordt ruimte gegeven aan de rechtvaardige boosheid over wat relaties en mensen kapotmaakt en wordt die energie omgezet in acties die tot herstel kunnen leiden. Daarin heeft vergeving ontvangen en schenken zeker een belangrijke plaats. Laat het duidelijk zijn, dat ik daar niet aan torn!
2 Het genoemde interview met David Augsburger over het onderwerp ‘vergeving’ heeft gestaan in het Amerikaanse blad STEPS. Hiervan is een Nederlandse vertaling (Adobe Acrobat PDF Document PDF document) hier beschikbaar. Zie ook het boek van David Augsburger: Caring enough to forgive - true forgiveness; en: Caring enough to not forgive - false forgiveness (uitgave in één band), Regal, USA, 1981 / Herald, Scottdale PA USA.
Hiernaast wil ik aandacht vragen voor twee wel vrij evenwichtige artikelen over vergeving:
J.C. Graaff, Vergeving ontvangen en vergeving schenken, op de pastorale site van Stichting Promise.
In dit artikel komt heel duidelijk naar voren hoe we onszelf en de ander (degene die ons iets misdaan heeft) kunnen vrijzetten of vrijlaten en daarmee de negatieve binding die een schuldverhouding schept, kunnen opheffen.
En: Guus Molenaar, Is vergeven een must? (ook op deze locatie).
Guus Molenaar gaat hier in op de essentiële vragen als: Moeten we altijd vergeven?, Waarom zonder berouw geen onvoorwaardelijke vergeving? en: Wat moeten we dan doen als de schuldige niet om vergeving vraagt? (zie ook zijn artikel: Hoe vreselijk is het... - over verlies en rouw).
Zie ook:
Elkaar vergeven, hoe doe je dat??, op de site van het christelijk hulpverleningscentrum Bethesda.
Ruard Ganzevoort, Klem tussen schuld en vergeving - Rol en recht van het slachtoffer, in: Ruimte voor vergeving, ed. C. Houtman e.a., Kok, Kampen, 1998, p.147-158.
André H. Roosma, Vergelding en vergeving en Vergeven zoals Jezus het deed, webartikelen op deze site.
3 Een heel goed boekje hierover is dat van David Augsburger, Caring Enough to Confront - Learning to speak the truth in love, Herald Press, USA / Marshall Pickering, Basingstoke Hants UK, 1973 / 1980. Augsburger maakt hier duidelijk dat we vaak te veel in een cultuur zitten van ‘lief’ voor elkaar zijn. Echte liefde laat niet toe dat een relatie naar de knoppen gaat door de handelwijze van de ander.
Leviticus 19:17-18 zegt: „U zult uw broeder in uw hart niet haten; openlijk zult u uw volksgenoot terechtwijzen en niet ter wille van hem zonde op u laden. U zult niet wraakzuchtig en haatdragend zijn tegenover de kinderen van uw volk, maar uw naaste liefhebben als uzelf: Ik ben de Almachtige.”
Echte liefde confronteert op een wijze die de ander in zijn of haar waarde laat maar die duidelijk maakt waar de relatie gevaar loopt. Augsburger legt heel fijngevoelig uit hoe we dit kunnen leren. Nergens heb ik de balans tussen waarheid én liefde zo duidelijk verwoord gezien. Zie hierover ook het artikel Communiceren vanuit verbondenheid - over hoe we kunnen en mogen leren te leven en met anderen om te gaan vanuit verbondenheid, hier op deze site.
4 Een goede exegese van dit punt vond ik in het boek van Judson Cornwall & Michael S.B. Reid, Wiens liefde is het eigenlijk?, Sharon, Waddinxveen NL, 199x (vertaling van: Whose love is it anyway?, Sharon, Pilgrims Hatch Brentwood Essex GB, 1991).
5 Deze zin kam ik tegen in: ‘Wat is verzoening?’, op de website GoedBericht van André Piet (overigens verkondigt deze de alverzoeningsleer, waar ik niet achter sta; in Christus wil God wel iedereen met Zich verzoenen, en het sterven en de opstaning van Jezus is een aanbod waarvan je zou zeggen dat geen weldenkend mens zoiets kan weigeren, maar helaas gaat toch niet iedereen op dat grandioze aanbod van God in).
6 We hebben het hier over het begrip ‘gerechtigd zijn’ zoals Ivan Boszormenyi Nagy (bekend van de contextuele benadering) het hanteert. Nagy vergelijkt wat er in relaties gebeurt met een bankrekening waarop gestort wordt en waarvan afgehaald wordt. Deze twee stromen, zegt Nagy, moeten in evenwicht zijn. Als bijv. ouders te weinig geven aan een kind, of het kind zelfs veel ontnemen, kan het kind gaan ervaren dat het ‘gerechtigd’ is om iets van de ouders of van anderen te eisen. Een goede behandeling van het begrip vergeving in deze context vond ik op de site van Leren over Leven: Families en vergeving: de wonden helen in de intergenerationele familie (Adobe Acrobat PDF Document PDF document). Het geeft een samenvatting van waardevolle ideeën uit het boek van T.D. Hargrave, Families and Forgiveness: Healing Wounds in the Intergenerational Family, New York: Brunner/Mazel, 1994.
7 Zie ook Efeze 3:12; Hebreeën 4:16; Hebreeën 10:19.
8 Zie ook Jesaja 53:3-5; Galaten 3:13.
9 uitgegeven bij Tyndale House Publishers, USA, 1993; ISBN: 0842310924.
10 Julie Miller: “How Could You Say No to This Man?”,van de CD’s: Als leven pijn doet, uitgave GMI i.s.m. de EO; en: Meet Julie Miller, uitgave Myrrh Records, Straight Way Music (ASCAP); dit lied is geschreven door Mickey Cates; voor de volledige tekst met gitaaraccoorden zie http://www.insurgentcountry.com/julie_miller_how_could_you_say_no.txt zie ook: http://www.cowboylyrics.com/tabs/MillerJulie/HowCouldYouSayNotab.html en http://www.gospel.mcmail.com/h-m/how_could_you_say_no.htm).
voorblad van: 
Waarom moest Jezus sterven?

Literatuur

John Piper, Waarom moest Jezus sterven? (50 redenen), De Banier, Utrecht, 2004; ISBN: 90 336 0567 8 (vertaling, door Rika Vliek, van: The Passion of Jesus Christ - Fifty Reasons Why He Came to Die, Desiring God Foundation / Crossway, Wheaton, 2004; ISBN 1581346085).
Op basis van de Bijbel geeft Piper vijftig aspecten van de bedoeling die God voor ogen had met Jezus’ lijden en sterven. Hij gaat zo in op de vraag: wat heeft God ermee bereikt - ook voor ons? Een belangwekkend boek!

Jessie Penn-Lewis, The centrality of the cross, The Overcomer Parkstone, GB / Christian Literature Crusade, Fort Washington PA, USA, 5e ed., ongedateerd.

Derek Prince, De Omwisseling - wat er gebeurde aan het kruis, Derek Prince Ministries Nederland, Heemskerk, 1996; ISBN 90 75185 07 3 (vertaling van een Engelstalig origineel van Derek Prince Ministries Int’l, uit 1995).

Dick van Keulen, ‘Leven in de kracht van de opgestane Heer, Groei Magazine, Nr.3, september 2007.

Dick van Keulen, ‘De invloed van het kruis - Geloven is ook kijken naar Jezus’ kruis, Groei Magazine, Nr.4, december 2006.


home   of  terug naar de artikelen index

Meer informatie of suggesties

Voor meer informatie, of uw reactie op het bovenstaande, kunt u contact met me opnemen via e-mail: andre.roosma@12accede.nl.

Bedankt voor uw belangstelling!

©  André H. Roosma AHR-roosje, Accede!, Zoetermeer/Soest, 2003-11-16 / 2019-11-06; alle rechten voorbehouden.